dinsdag 26 oktober 2010

Wie wat bewaart die heeft.. troep!

Hergebruik, ruilparty’s, kado’s waar je niets mee kunt enzo

Er is zelfs een service voor bezemschoon opleveren van een huis (mooi woord he, bezemschoon). Pfoe, dat scheelt, denk ik aan het huis van mijn moeder. Ik hoop dat haar vriend en zij nog heel lang leven, maar kan nu al opzien tegen het uitruimen van het huis.

Wie wat bewaart, die kan vaak ook niets terugvinden. Vind mezelf reuze georganiseerd, maar helaas: in de doos met “kleding Florian: groter” trof ik een trui en een vestje maat 98, gekregen van mijn schoonzusje, identiek aan een trui en vestje die ik afgelopen maand voor hem nieuw heb gekocht.

Kledingruil kan heel leuk zijn. Ik heb een fantastisch roze King Louie jurkje gekregen bij zo’n ruilfeestje. Op hetzelfde feestje lukte het me eindelijk om afstand te doen van de bijzondere jurk die ik voor de bruiloft van een tante had gekocht (en daarna nog 1x gedragen). Toch overheerst het gevoel “ingewikkeld” als ik terugdenk aan de (stuk of drie) ruilparty’s waar ik bij was. Redenen? Misschien omdat de meiden op éen na allemaal slanker waren dan ik. Ik kon dus niets van hen aan en zij alles van mij. Niet alleen was ik het dikste maar ook dikker geworden, dus. Wat bijna nog erger is. En nu? Ben ik alweer dikker dan toen - toegegeven, nog aan het ontzwangeren. Maar dat maakt het nog niet léuk.

Op het derde feestje in hetzelfde gezelschap waren we ook wel door de mooie kleding heen. De kleding was een berg van volgens mij wel 8 vuilniszakken, vol verwassen en verschoten t-shirts, rare broeken en jurken. Waar we maar doorheen bleven graaien. Een deprimerend residu van middagen winkelen. Wat kopen we veel troep. En ben ik wel genezen?

Het was toch vooral de hoeveelheid spullen, vrees ik, en de triestigheid en goedkopigheid ervan. Dat we vasthouden aan zulke troep, dat we toestaan dat ons leven zich daarmee vult. Dat we ons daardoor laten afleiden.

Ik gooi dus steeds meer weg en probeer minder goedkope troep in huis te halen. Ruimte is waarde, houd ik mezelf voor, en leuke dingen doen met mensen. Niet spullen.

Wat betreft die ruilparty: ik overwoog vandaag er weer een te organiseren. Maar ik zag er alweer zo tegen op. En dat heeft met alles wat ik net noemde te maken. Wie moet ik vragen? Hoe zorg ik voor een gebalanceerde opbouw qua maat? Met wat voor troep zullen ze aan komen? En wil iemand mijn afdankertjes wel? Of zullen mijn afdankertjes en miskopen definitief ontmaskerd worden? Dus nee, geen ruilparty voor mij.

Zaterdag twee volle IKEA tassen - van die grote blauwe, die je ook in het geel hebt - naar de kringloop gebracht. Babykleertjes, kleding van mij, resten kabels en snoeren. Te goed om weg te gooien, zelf niet meer nodig en hoe vind ik er een bestemming voor? Mooi, dat scheelt.

Maar ik heb op zolder ook nog een paar mooie leren handtassen. Wat zwangerschapskleding. Waarom breng ik dat níet naar de kringloop? Kan ik het niet loslaten? Het voelt als zonde. Twee van die tassen waren kado’s - van mijn schoonmoeder resp. mijn schoonoma. En duur. En lang naar gezocht. En niet gebruikt... dat is het pijnpunt natuurlijk. De miskoop die ontstaat op het moment van pijnlijk en definitief ongebruikt wegdoen. Of dat je je een ondankbare hond voelt op het moment dat je een kado - lief bedoeld, maar je doet er niets mee - wegdoet. Het schuldgevoel naar de gever toe, dat die bij jou thuis straks zoekend om zich heen kijkt: waar is mijn zorgvuldig uitgezochte kado? (O god, de knuffels die de kinderen kregen bij hun geboorte). Zulke momenten wil je vermijden. Maar als ik nadenk over de tassen of de kleding, betwijfel ik ten zeerste of een van mijn vriendinnen (met wie ik een ruilparty zou organiseren) daar behoefte aan heeft. Überhaupt betwijfel ik of mijn vriendinnen behoefte hebben aan een ruilparty. Moeten ze zelf ook weer puinruimen en sorteren, wat een gedoe. Wil ik ze helemaal niet mee opzadelen. En ik wil ook niet aanwezig zijn bij het ontstaan van hun miskopen. Als niemand iets kan met wat zij ongebruikt wegdoen.

Dat wordt toch weer een tripje naar de kringloop vrees ik, een en ander overziend.

Er is éen pluspunt: ons huis is lekker troepvrij, de zolder georganiseerd. Je moet het wel bijhouden. De boeken (voor mij geen e-reader, ik hou van papier) heb ik grotendeels weggedaan. Wat ik krijg lees ik en geef ik meteen - zo nieuw mogelijk - door. En zo krijg ik ook fijne, vrij nieuwe boeken van anderen. En voor de rest is er de bieb.

En onze voordeur? Proberen we gesloten te houden voor ongewenste spullen. Sorry gulle gevers. We vinden jullie lief - maar de ruimte in ons huis ook!